De gemeente heeft als taak armoede te voorkomen en dit met een ruimhartig minimabeleid te bestrijden. Dit geldt niet alleen voor mensen met een uitkering, maar ook voor 'werkende armen'. Kinderen die opgroeien in armoede hebben minder kansen in het leven. In Nederland groeit 1 op de 12 kinderen op in armoede. De gemeente zorgt ervoor dat kinderen zich kunnen ontwikkelen ongeacht omstandigheden waar zij in opgroeien. Alle kinderen moeten de kans krijgen om mee te doen aan sport- en culturele activiteiten. De gemeente faciliteert dit. Cliënten die aangewezen zijn op een uitkering krijgen één aanspreekpunt: een eigen coach die zorgt voor ‘dienstverlening op maat’. Voor mensen die (nog) geen kans op betaald werk hebben, zoekt de gemeente mee naar alternatieven, zoals scholing, participatiebanen, seniorenbanen, leerwerkplekken, stageplaatsen of vrijwilligerswerk.
Helaas blijven voedselbanken in Nederland nodig. Daarom moet de gemeente de voedselbank optimaal faciliteren, ook als dat geld kost.
PROGRAMMAPUNTEN:
- Ruimhartig en actief armoedebeleid
- Alle kinderen kunnen meedoen aan sport en cultuur
- Cliënten sociale zaken krijgen maatwerk
- Actieve zorg voor sociale activering
- Voedselbank wordt structureel en waar nodig financieel ondersteund
- Handhaven 120%-bijstandsnorm
- mensen met een inkomen tot 120 % van het bijstandsniveau krijgen een Etten-Leurpas die hen recht geeft op korting bij voorzieningen